top of page

The Inner Power Project: mijn verhaal

Bijgewerkt op: 12 jul. 2021

  • Sacha

  • Bijna 27 jaar, maar ziet er 19 uit tot mijn eigen frustratie

  • Wordt gelukkig van een goeie foto, diepgaande gesprekken, inspirerende me-time, een goed boek, een warm bad en een goei pak friet. (En mijn familie, lief en vrienden natuurlijk, maar dat is obvious.)


Puberperikelen?


Mijn verhaal begon al op vrij jonge leeftijd. Op mijn 16de kreeg ik regelmatig te maken met down gevoelens, maar niets onoverkomelijk. De typische puberstruggles dacht ik. Gradueel werden deze episodes erger. Gedurende een aantal dagen tot een week was ik op en depressief. En elke keer werd het erger, tot op het punt dat mijn ouders voor mij een afspraak maakten bij een psychiater, want ook zij wisten niet meer wat ze met mij moesten aanvangen en konden het niet meer aan mij zo te zien afzien. Ik bleef ook telkens thuis van school wanneer ik weer eens de afgrond ingleed, want lessen volgen was onmogelijk in die staat.


Ik wist niet wat er aan de hand was, dus dat uitleggen aan mijn leeftijdsgenoten was moeilijk. Ik schaamde mij dood, want wie wilt nu ‘die depressieve’ van school zijn? Ik zat gelukkig wel in een hele fijne klas die collectief notities deelde en er alles aan deed om mij het gevoel te geven dat ik nog steeds ‘part of the gang’ was, depressieve struggles of niet. Dat was goud waard, maar toch maakte ik mij zorgen om het imago dat mijn recurrente afwezigheid en weenbuien in de klas mij zouden geven. Zelfacceptatie en -liefde waren toen ver te zoeken. Toen ik de eerste keer bij de psychiater terechtkwam, riep hij nadien met een uitgestreken gezicht mijn papa ook even binnen. Het verdicht: “Ik ben klaar om uw dochter te laten opnemen.” Gelukkig geloofde hij ook mijn verhaal dat deze staat geen constante was en dat die gevoelens elke keer weer als sneeuw voor de zon verdwenen wanneer mijn maandstonden begonnen. Hij ging op onderzoek uit en niet veel later had hij een diagnose gevonden voor mij, iets waar hij zelf nog nooit over gehoord had: PMDD, aka PMS on steroids. Een heftige depressie en werkelijke verandering van persoonlijkheid elke week voor je maandstonden.


Opluchting


Eindelijk wist ik wat er aan de hand was. Ik was waanzinnig opgelucht een diagnose te hebben. Ietsje minder opgelucht dat antidepressiva de enige gekende behandeling was wel. Daar was ik écht niet zo happy mee. Maargoed, so be it. Met enorm veel wilskracht heb ik mijn laatste jaar van het middelbaar kunnen afronden en sindsdien had ik mijn ups en downs vrij goed onder controle. Echter staken ze niet veel later de kop terug op, al herkende ik het niet meteen omdat het niet hetzelfde stramien volgde als voordien. Ik voelde me enkele maanden goed en dan stilaan geraakte ik vermoeider en vermoeider. Die vermoeidheid veranderde al snel in irreële en compleet onnodige angsten. Wanneer die angsten zich verder ontwikkelden, volgde een depressieve periode. Maar elke keer verdween deze depressie weer vanzelf na een aantal weken, alsof mijn lichaam en hormonen zichzelf weer in balans brachten. Dus ik herkende het niet. Dacht dat ik overwerkt was, last had van allergieën, noem maar op. Ik zocht telkens een andere oorzaak en stond er niet bij stil dat het opnieuw mijn hormonen konden zijn die compleet uit balans waren.


Pil in de vuilbak Totdat ik mij in juni 2019 opnieuw heel slecht voelde. Toevallig was ik op een artikel gestoten dat deze exacte gevoelens beschreef en verklaarde dat al deze symptomen te wijten waren aan de anticonceptiepil. En uiteraard belandde ik in een heuse Google zoektocht langsheen alle mogelijke plekken op het internet waar de pil voor boeman werd uitgemaakt. In een opwelling besloot ik mijn pil de deur uit te gooien. Salut en de kost. Worst. Decision. Ever.


Mijn hormonen gingen alle kanten op en ik belandde in de ergste depressie die ik ooit had meegemaakt. Een tijdlang probeerde ik het te verbergen, tot ik moest toegeven dat gaan werken geen optie meer was. Ik herinner mij nog goed dat ik een paniekaanval kreeg op het station ’s ochtends. Dat was voor mij het teken dat er echt iets stevig mis was, want mijn job was fantastisch. Twee weken thuis schreef de dokter mij voor. Ik was beschaamd, maar tegelijkertijd waanzinnig opgelucht. Twee weken rust, dat zou mij goed doen en dan kon ik er sowieso terug tegenaan. Ik moest gewoon even bekomen, meer niet.


‘Stom lijf, stom brein, stomme ik.’


En dan dat gevreesde woord: antidepressiva. Tot op dat moment had ik al zoveel geprobeerd om op ‘natuurlijke wijze’ te herstellen: sport, meditatie, yoga, voldoende rust en water, gezond eten, naar een psycholoog gaan, … maar niets bracht verlichting. Tijdens mijn tienerjaren had ik al eens antidepressiva genomen en die ervaring was geen fijne. Ik kwam vrij veel kilo’s bij en bracht elke nacht een uur door op de koude tegels van de badkamervloer, wachtend tot mijn eten van die avond er weer zou uitkomen. Vreselijk. Dus opnieuw die gevreesde pillen nemen, daar keek ik niet naar uit. Ik heb die 2 weken geslapen alsof ik in winterslaap ging. Ik denk dat ik 18u per dag in bed lag, de andere 6 bracht ik door in de zetel of aan de keukentafel achter mijn laptop, op zoek naar verhalen van mensen die soortgelijke dingen meemaakten of hadden meegemaakt. Want dat zocht ik nog het meest van al: lotgenoten, erkenning en hérkenning. Zeg me dat ik oké ben, dat het goedkomt en dat dit niet het enige is dat mijn leven mij te bieden heeft.


En ondertussen kwijnde ik verder weg. Door de angsten kon ik niet eten. Mijn maag zat in een knoop en daar geraakte niets door. Mijn ribben waren zichtbaar en ik had amper voldoende energie om een appel te schillen. Tien minuten staarde ik naar dat ding, omdat ik het niet kon opbrengen de schiller uit de lade te halen. Om dan maar gewoon te besluiten dat het de moeite niet waard was en terug in bed te kruipen, mezelf hatende dat zelfs het simpelste van het simpelste te moeilijk was. Stom lijf, stom brein, stomme ik.

Antidepressiva als laatste reddingsmiddel

Ik begon toch met antidepressiva. Ik trok het niet meer. Mijn gedachten werden donkerder en donkerder en het idee van er niet meer te willen zijn begon meer en meer door mijn hoofd te spoken. Al mijn hoop was gevestigd op dat kleine witte pilletje.


Na twee weken zat ik terug bij de dokter, die een zucht van opluchting slaakte toen ik toegaf dat ik nog niet klaar was om terug te gaan werken. ‘Ik hoopte al dat je tot die conclusie zou komen.’, zei hij terwijl hij mij nog anderhalve maand respijt gaf. Ik was dankbaar dat hij mij zelf het besluit had laten nemen dat ik meer tijd nodig had en mij die ook gaf toen ik erom vroeg.


Ik had schrik voor wat mijn collega’s zouden zeggen, maar dat bleek uiteindelijk nergens voor nodig te zijn. Ik ontving superlieve berichtjes, sprak zelfs af met een van mijn collega’s, met de lieve groeten van heel kantoor. Dat ik maar alle tijd nam voor mezelf om volledig te herstellen en dat ze hoopten mij snel terug op bureau te mogen zien. Dat ze mij niet als een mindere collega beschouwden omdat het even minder ging. Wat een mensen.


Stilaan begon de antidepressiva te werken en de gevreesde bijwerkingen bleven uit. Ik herinner me nog goed dat ik op een avond in mijn appartement een boek zat te lezen in de zetel. Om plots te beseffen dat mijn hoofd helder was. Hélder! Dat had ik al maanden niet meer meegemaakt. Ik kon haarscherpe gedachten vormen. Ik begon te lachen en te wenen tegelijk. Eindelijk, daar was ik weer.


Van mijn passie mijn (bij)beroep maken


De laatste weken ziekteverlof heb ik het heel rustig aan gedaan. Voornamelijk gerust, gelezen en genoten van het feit dat ik mezelf had teruggevonden. Het feit dat ik daar een pilletje voor nodig had stoorde mij al lang niet meer. Als ik elke dag medicatie zou moeten nemen om stabiel te blijven, dan was dat maar zo. Nooit meer wou ik zo’n depressie meemaken en vechten met een geest die mij dood wilde.


Terug beginnen werken deed ik heel rustig aan. Mijn werk had zelf voorgesteld om dit via progressieve tewerkstelling te doen. De eerste maand werkte ik 3/5de, vervolgens een maand 4/5de om nadien terug fulltime aan de slag te gaan. Voor mij de ideale manier om er terug in te komen. Maar in mijn achterhoofd had die ervaring mij wel getekend. Al jaren was ik gepassioneerd door fotografie en twijfelde ik om daar iets mee te doen. Dus ik besloot mezelf 6 maanden te geven en dan in bijberoep op te starten.


Lang verhaal kort: dat in bijberoep opstarten kwam door een onverwacht ontslag veel vroeger op mijn pad. En nog geen jaar later werd ik voltijds fotograaf. Ik denk dat als ik niet had meegemaakt wat ik heb meegemaakt, dat ik nog altijd van 9 tot 5 achter een bureau iemand anders rijk had zitten maken. Pas op, ik heb altijd graag super graag gewerkt. Maar het is toch echt een waanzinnig ander gevoel om te gaan voor wat je zelf wilt en je eigen baas te zijn.


Levenslessen


Ik kan nu mijn dagen vullen met wat ik graag doe en als het even minder goed gaat, luister ik naar mijn lichaam en klap ik mijn laptop dicht. Mijn nine-to-five dagen worden regelmatig vervangen door ten-to-ten dagen, maar wel met de nodige rust tussendoor.


Al die depressieve periodes had ik natuurlijk het liefst van al niet meegemaakt, maar ik ben er van overtuigd dat die mij wel hebben gevormd tot de persoon die ik vandaag ben. Het heeft mij des te dankbaarder gemaakt en doen inzien dat uzelf graag zien zo belangrijk is. Want met uzelf moet je nog een heel leven voort uiteindelijk. Ik ben milder, gun mezelf de rust die ik nodig heb en hak sneller knopen door. Geen enkele job, vriendschap of situatie is het waard uzelf ongelukkig voor te maken. Ik kan mijn grenzen veel beter stellen, trek mijn mond sneller open en heb eindelijk mijn introverte persoonlijkheid volledig aanvaard. Ben ik weer eens degene die als eerste doorgaat van een gezellige café-avond? Ja, zo ben ik dan. ’t Was gezellig, maar nu ben ik moe. Geniet er nog van! Of heb ik echt geen zin om mensen te zien? Dan kom ik daar nu openlijk voor uit in plaats van een smoesje te verzinnen. Vroeger zou ik mezelf daarom veroordeeld hebben: waarom kan ik niet gewoon plezier hebben en doorgaan tot 3u ’s nachts zoals de rest? Maar mijn brein werkt zo niet, dus die druk zet ik niet meer op mezelf. The Inner Power Project Mijn raad aan jou? Aanvaard uzelf zoals je bent. Dat brengt zo waanzinnig veel rust in uw hoofd. En als jij jezelf aanvaardt, zal de rest dat ook doen. Kom uit voor wie je bent, gun uzelf de nodige rust en vooral: zie uzelf graag. Dat maakt u echt niet egocentrisch, no worries. En oh ja, praten helpt écht! Het is sinds dat ik openlijk over mijn ervaring praat dat ik heb gemerkt dat er nog zoveel nood is aan open conversatie. Je zult verschieten van hoeveel aansluiting je vindt met andere mensen. Het besef dat je niet alleen bent kan zo opluchten, niet alleen voor jezelf, maar ook voor anderen.


Al twee jaar speelt daarom het idee om daar iets mee te doen. Mijn grote passie is fotografie en dan nog wel het meest fotografie waarbij ik mensen in hun kracht kan zetten. Waarom dat niet combineren met de levenslessen die ik heb geleerd door hard (allez, tegen 120km/u) tegen de muur te knallen?


Wat ik het meeste nodig had tijdens mijn depressie was (h)erkenning. En niet alleen ik heb daar nog steeds nood aan, ik voel dat we dat allemaal wel een beetje meer kunnen gebruiken. Daarom nodig ik jou uit om jouw verhaal te doen, gelinkt aan een reeks krachtige portretten. Geen portretten die jou als zielig hoopje mens weergeven, want dat ben je niet. Portretten die jou eren en jouw innerlijke kracht nog eens extra in de verf zetten. Want vechten met jezelf om jezelf nadien te kunnen aanvaarden, daar moet je moed, kracht en heel veel vertrouwen voor hebben.


Foto Sacha: www.studioleau.be


bottom of page