top of page

The Inner Power Project: Lize

Bijgewerkt op: 24 okt. 2021

● Lize

● 29 jaar

● Sterrenbeeld Leeuw; een lion in everything! Gepassioneerd, koppig en ambitieus, go with the flow.

● Momenteel in dienst bij de haven van Antwerpen als begeleider van mensen met een lichte mentale beperking op de werkvloer. Ze zal in september doorstromen als logistiek medewerker bij de haven


Een oude, getekende ziel in het lichaam van een 29-jarige


Ik heb als 29-jarige het gevoel dat ik een oude ziel ben. Anderen van mijn leeftijd staan in de startblokken, ik heb al een kindje, een huis, heb verschillende zaken gehad, ben gescheiden, getraumatiseerd door een bezoek aan Gaza en ik heb een abortus laten doen. Dat is heel wat voor een vrouw van mijn leeftijd, dat besef ik heel goed. Daarom is het des te belangrijker om mijn verhaal te delen, zodat ik anderen kan empoweren om ook voor zichzelf te kiezen.


Een rollercoaster: met veel hindernissen en tegen 200 per uur


Op mijn 21ste leerde ik mijn - ondertussen ex - man kennen. Alles ging heel snel bij ons; na één jaar woonden we samen en baatten we samen 3 zaken uit. Na 2 jaar kwam onze zoon en nog een jaar later hadden we maar liefst 5 eigen zaken op ons palmares. Niet alles liep over rozen; ons zoontje bleek eet- en gezondheidsproblemen te hebben, mijn man was meer bezig met de zaken dan met ons gezin en ik werd niet gehoord. Niet door mijn man, niet door mijn omgeving en niet door de dokters.


Als mama voel je aan wanneer er iets met je kindje is, en blijf je zoeken tot je een oplossing vindt. Ik kreeg telkens de opmerking ‘geef je hem wel eten?’, niet alleen van dokters, maar ook van mijn man. Die twijfel sloeg bij mij in als een bom, natuurlijk gaf ik mijn zoon eten! Na een lange zoektocht bleek mijn vermoeden te kloppen en was er wel degelijk iets aan de hand met mijn zoon; hij moest aan de sondevoeding. Het eerste jaar na de geboorte brachten mijn zoon en ik vooral door in het ziekenhuis, aan het bed en de sonde gekluisterd, hopend op betere dagen. Ik voelde me zelf ook niet altijd even goed, maar bleef gaan. Tot ik het verdict ‘parentale burnout’ kreeg.


Door de extra zorg voor mijn zoon, de lange maanden in het ziekenhuis, de twijfels en het ontbreken van mijn man in de hele kwestie, besliste mijn lichaam voor mij. Het was even genoeg. Ik heb die parentale burnout lang verstopt; het was niet even bespreekbaar als vandaag. Daarbij komt de schaamte die ik voelde over mezelf, over het gevoel niet goed genoeg te zijn voor mijn zoon. Telkens als ik hulp vroeg, kreeg ik het gevoel dat ik tekort deed. De goedbedoelde adviezen van vrienden en familie versterkten mijn gevoel van onmacht. Ik had constant het gevoel dat ik faalde als mama.


Ik ben in therapie gegaan en heb geleerd om te gaan met die twijfels. Hier heb ik ervaren dat ik moed en kracht haal uit wandelingen in de natuur en quality time met mijn zoon.


(Over)leven in oorlogsgebied


De communicatie en relatie met mijn man gingen van in het begin moeizaam. Door zijn verleden ging de communicatie moeizaam; hij is van Palestijnse afkomst en had onverwerkte trauma’s. Hij groeide op in oorlogsgebied, tussen de bommen en granaten. In 2019 verloor hij zijn broer tijdens een oorlog in Gaza. Aangezien maar één van ons twee kon gaan - mijn ex-man mocht Palestina niet zomaar betreden - ben ik met onze zoon vertrokken. Dat was voor mij de eerste keer dat ik mijn schoonfamilie zou zien en ik keek ernaar uit om hen te leren kennen. We zouden 2 weken blijven, maar het werden 4 maanden.


De eerste 3 maanden gingen heel goed. Het klikte met de familie en ook met mijn zoon ging het redelijk goed. Na 3 maanden leefden we in oorlogsgebied, de bombardementen volgden elkaar in sneltempo op. Toen heb ik besloten dat het tijd was om te vertrekken. Nu, Gaza binnen geraken is gemakkelijk, maar Gaza buiten geraken niet. Je moet een formulier invullen en aan de ambassade bezorgen, waarop zij beslissen wie wanneer mag vertrekken. Pas toen de bombardementen zodanig dichtbij kwamen dat onze levens in gevaar waren, beslisten ze dat we mochten vertrekken. Dat was anderhalve maand na de aanvraag. Van zodra die beslissing viel, ging de telefoon: ‘over 10 uur moet je op het checkpoint zijn’. We pakten onze koffers en vertrokken. Tien uur later reden we de grens over. Enkele seconden nadat we de grens overstaken, werd datzelfde checkpoint gebombardeerd. Dat is traumatisch, zeker omdat mijn schoonfamilie nog in het oorlogsgebied woonde.





Oost West, thuis best


Eenmaal thuis belandde ik in het ziekenhuis. Ik eet niet in stresssituaties, en de rit van Gaza naar huis en de situatie ter plaatse waren traumatisch. Toch was er een lichtpuntje; na mijn ontslag uit het ziekenhuis ging ik in een nieuw huis wonen. Tijdens mijn verblijf in Gaza beslisten mijn ex-man en ik namelijk om een huisje te kopen. Helaas zouden we nooit samen in het huis wonen. Toen onze problemen een piek bereikten, beslisten we om voor onbepaalde tijd apart te gaan wonen. Die ‘piek’ werd veroorzaakt door verschillende zaken, waaronder de indrukken na mijn bezoek aan Gaza, het feit dat onze zoon opnieuw werd opgenomen in het ziekenhuis, het vele werk en het toppunt: een tweede zwangerschap.


Ik bleef voor lange tijd in het ziekenhuis, samen met onze zoon. Na zijn ontslag moest hij in een revalidatiecentrum verblijven. Tijdens zijn verblijf woonde ik alleen in ‘ons’ huis, ik bezocht hem elke dag. In de buurt van de nieuwe woonst gingen toen schietoefeningen door, iets wat mijn vluchtreactie triggerde. Ik kampte namelijk met een posttraumatisch stresssyndroom door de bombardementen in Gaza. Ieder geluid zorgde voor een angstreactie, de schietoefeningen boezemden me angst in. Bij elk schot voelde het alsof ik opnieuw in Gaza stond, tussen de bombardementen. Mijn zoon bezoeken gaf me rust. Dat was één van de weinige momenten waarop ik niet dacht aan andere dingen, maar echt in het ‘nu’ kon leven.


Alsof de thuiskomst niet zwaar genoeg was, ontdekte ik dat ik opnieuw zwanger was. Op het moment dat ik mijn ex-man belde om het te vertellen, was zijn eerste vraag of het van hem was. Aangezien we al maanden apart woonden, was dat een logische vraag. Het was wel degelijk zijn kind. Het nieuws startte een verhitte discussie: hij was tegen een abortus, ik wou maar 1 kind. Zowel de gezondheidsproblemen van mijn zoon en de relatieproblemen speelden daarin een grote rol. Daarnaast heeft mijn lichaam afgezien van de eerste bevalling en kostte het mijn lichaam maanden om ervan te herstellen. Mijn man begreep dit niet, hij eiste dat ik het kind zou houden en dat de bevalling in Gaza zou doorgaan. Twee triggers dus, terug naar Gaza én een ongewild kindje op de wereld zetten, dat kon voor mij echt niet.


Ik koos ervoor om me te bevragen, zodat ik wist hoe en wanneer een abortus kon. Ik bleek 4 maanden ver te zijn, een maand te lang zwanger volgens de Belgische wetgeving. In België wordt een abortus enkel uitgevoerd tot en met 3 maanden zwangerschap, erna is het niet mogelijk. Dat gaf nog meer problemen met mijn ex-man, omdat hij een zeer religieuze moslim is. Hij wilde het kindje nog steeds houden, ik niet. Het ging zelfs zo ver dat ik voor mezelf had beslist dat ik, als ik het kindje moest houden, van het hoogste gebouw in mijn omgeving zou springen.


Ik koos voor het eerst radicaal voor mezelf


Na lange gesprekken en discussies, beslisten we er samen voor om door te gaan met de abortus, weliswaar in Nederland. Door de medische naweeën van mijn eerste bevalling, was de abortus enorm ingrijpend voor mijn lichaam. Ik werd nadien fysiek afhankelijk, ik kon niet zelf rijden of stappen. Mijn ex-man ging ons zoontje halen in de revalidatiekliniek, haalde mij nadien op in Nederland en bracht ons naar ‘ons’ huis. Hij heeft in die periode, samen met de lieve mensen in mijn omgeving, geholpen bij de zorg van mijn zoontje en van mezelf.


Ik maakte me zorgen dat ik beoordeeld zou worden door mijn omgeving, omdat er koppels zijn die geen kinderen kunnen krijgen of lesbische koppels genoodzaakt zijn om via een kunstmatige inseminatie kinderen te verwekken. Ik had het voorrecht om op een natuurlijke manier een kindje op de wereld te zetten, en vergooide die kans. Zo voelde het voor mij. Die angst was volledig onterecht, ik werd enorm goed opgevangen. Dit was de meest ingrijpende beslissing van mijn leven, ik heb op geen enkel ander moment zo radicaal voor mezelf gekozen. Die abortus heb ik voor mezelf gedaan, maar ook voor mijn zoon. Als ik het tweede kindje zou laten komen, kon ik mijn zoon niet langer de zorg bieden die hij nodig had. Enkele maanden later, toen mijn lichaam hersteld was, realiseerde ik mij dat ik echt de juiste beslissing had genomen. Ik ben vandaag nog steeds trots op deze beslissing.


Toen mijn zoon na anderhalf jaar thuis kwam, realiseerde ik mij dat ik weer financieel onafhankelijk wilde worden om voor ons te kunnen zorgen. Die zoektocht verliep niet soepel, een 9-to-5-job vinden als mama is niet evident. Middenin de eerste Coronagolf vond ik werk als vrijwilliger bij de haven van Antwerpen en stopte ik bij mijn ex-man. Daar ben ik uiteindelijk kunnen doorgroeien, binnenkort start er ik als logistiek medewerker.


Het feit dat ik relatief snel mentaal herstelde na mijn abortus, is volgens mij te wijten aan mijn ‘mentale weerbaarheid’. Ik vergelijk mentale gezondheid met spieren en spieren hebben een geheugen. Indien je lang niet hebt gesport maar je wel sportief bent, pikken jouw spieren dit ook snel op. Dit voelde voor mij net zo na mijn abortus; aangezien ik al veel had meegemaakt, ging mijn mentale herstel sneller dan verwacht. Die mentale weerbaarheid of rekbaarheid op dat ‘spiergeheugen’ zorgde er, samen met de steun van mijn omgeving, voor dat ik sneller kon schakelen en relativeren. Mijn onderbewuste wist nog hoe ik in het verleden omging met trauma’s en stress, en paste dit toe op deze situatie.





Hulp vragen is niet zwak, maar noodzakelijk


Ik ben heel slecht in hulp vragen, maar enkele weken nadat ik herstelde van mijn abortus, heb ik benoemd wat ik nodig had. Ik belde mijn vrienden op en vroeg exact naar wat ik nodig had. Mijn vriendinnen hebben mij toen heel goed opgevangen. Ook mijn ex-man heeft mij zo goed mogelijk ondersteund in deze periode, vooral in de praktische kant van het verhaal.


Ik relativeerde vroeger àlles. Ik zei tegen mezelf: “Lize, wat jij meemaakt en voelt is niet zwaar, anderen maken ergere dingen mee.” Nu kan ik mild zijn voor mezelf en realiseer ik me dat het wel zwaar was. Ik ben er onderdoor gegaan en het is oké om dit toe te geven.


Rotsen in de branding


Mijn zoon zien en bezoeken was in elke fase een rustgevende factor. Tijdens mijn tweede zwangerschap en de abortus ging ik zo vaak als ik kon op bezoek in het revalidatiecentrum. Toen mijn zoon na anderhalf jaar terug naar huis keerde, startte ik met intensieve therapieën en sportte ik om mijn opgelopen trauma’s te verwerken.


Wat voor mij echt werkt is wandelen en tijdens die wandelingen ook gesprekken hebben met mezelf. Daarnaast ben ik me bewust dat dingen die in het verleden zijn gebeurd, ook in het verleden horen. Het feit dat ik vandaag kan benoemen wat wel goed gaat, zorgt ervoor dat ik beter en gezonder kan relativeren. Ik zeg dan tegen mezelf: “Je mag deze negatieve gedachte hebben, maar dit is daarom niet (meer) de waarheid. Het is slechts een gedachte, niet wie jij nu bent”. Die wandelingen hield ik voor het eerst na mijn thuiskomst uit Gaza: ik begon weer met sporten, ik sportte 4 keer per week om sterker te worden, zoals voorheen.


Fysiek sterk worden, mij constant omgeven door de mensen die mij graag zien en hulp vragen zijn dingen die me erdoor hebben geholpen toen ik diep zat. Die lessen neem ik mee en gebruik ik ook vandaag bij moeilijke momenten.





Communicatie is de sleutel


Voor mij is praten de enige manier om om te gaan met mijn problemen of twijfels. Ik wil er altijd over praten. Dat moet niet heel lang te duren, enkele minuten zijn soms voldoende. Het negatieve mag gerust gedeeld worden, zowel om te ventileren als om raad te vragen. Goed nieuws wordt ook gedeeld, waarom delen we onze andere gedachten en ervaringen dan niet?


Moesten we weten waar anderen voor vluchten (bijvoorbeeld in Gaza), zouden we veel meer begrip kunnen tonen voor anderen én onszelf. Wees mild en gelukkig. We hebben zodanig hoge verwachtingen van anderen en onszelf, mild zijn voor jezelf en anderen en praten zijn de grote helers van mijn verhaal.


Goede raad aan mijn jongere zelf


Mocht ik kunnen teruggaan in de tijd, zou ik het volgende zeggen: "volg je gevoel en dram soms nog harder door op hetgeen dat jij voelt. Je hebt als moeder een instinct over je kind en moet daar ook op doordrammen. Als mensen jou niet vertrouwen, is dat niet jouw probleem maar hun probleem. Twijfel niet aan jezelf omdat anderen aan jou twijfelen, jouw waarheid is belangrijker dan de meningen van anderen. Blijf dicht bij jezelf.”


Daarnaast kan je geluk vinden in kleine dingen. Wat mij vandaag gelukkig maakt, zijn onbewaakte momenten waarop mijn zoon naar me toe komt en zegt ‘mama, ik hou van jou!’. Ook complimenten over mijn werk, inzet of persoon maken me intens gelukkig. Het universum en de ‘toevalligheden’ die nét op het juiste moment komen, zoals mijn werk bij de haven van Antwerpen, zijn onwaarschijnlijk. Words of affirmation geven me power en energie. Ik geloof dan ook heel erg in de law of attraction, dat je door affirmaties en jouw verlangens uit te spreken, ook effectief ontvangt waar je op hoopt. Dat inzicht is zo bevrijdend, dat je effectief ontvangt waarnaar je verlangt. Het universum is een krachtige bron, en de dingen die op jouw pad moeten komen, komen er ook.


Tekst: Inez Asaert

bottom of page