Ik ben Laura, 27 jaar en interventiemedewerker bij de politie. Ik sport sinds kort meer, ik doe thuis workouts en ga lopen, en wandel regelmatig met mijn hond. Ik hou ervan om af te spreken met vrienden en familie. Mijn zus is recent bevallen, en natuurlijk ga ik zo vaak mogelijk op bezoek bij mijn metekindje. Mijn hobby’s maken mij enorm gelukkig: sporten, mijn hond, vrienden en familie. Dat is ooit anders geweest, als tiener kampte ik met negatieve gedachten en begon ik mezelf te verminken.
De eerste triggers
Het begin van mijn mentale struggle is moeilijk vast te pinnen, volgens mij begon het in mijn vroege tienerjaren. Ik zat als 15-jarige niet goed in mijn vel en praatte daar niet over. Zo is het begonnen; ik was een laatbloeier en had het gevoel achter te blijven op vriendinnen en leeftijdsgenoten. Hun lichaam veranderde, ze gingen uit en maakten nieuwe vrienden. Bij mij was dat nog niet aan de orde. Ik voelde me alleen en buitengesloten, minderwaardig en onzichtbaar. Door niet te praten, bleef ik alleen met mijn gedachten en begon ik mezelf te isoleren, zodat ik niet meer geconfronteerd zou worden met andere tieners. Daarnaast ben ik ook een persoon waarvan het glas eerder halfleeg dan halfvol is. Ik zocht een manier om mijn emoties te controleren en een plaats te geven en koos om er op een foute manier mee om te gaan, ik begon mezelf te snijden. Dat leidde me af en zwakte de emotionele pijn even af. Eén vriendin wist ervan, later werd ook mijn moeder zich ervan bewust. Ik ging er per seizoen ook anders mee om; naar de zomer toe sneed ik mezelf minder, omdat ik wist dat de littekens dan beter zichtbaar zouden zijn. In de wintermaanden kon ik ze beter verbergen. Bij vragen zei ik steevast dat ik was gevallen of me had geschaafd, dat het een ongelukje was.
Mijn emotionele pijn uitte zich fysiek, maar ik moet ook toegeven dat ik af en toe nadacht over het einde. Het einde van mijn leven en hoe dat zou zijn. Doordat ik mezelf afsloot, was ik constant alleen met mijn negatieve gedachten. Ik probeerde daaruit te ontsnappen door mezelf te snijden. Nadien ging ik weer in isolement en begon alles opnieuw. Dat is mijn ‘coping mechanisme’ geworden, die drang komt op bij moeilijke momenten. Ik probeer nu mijn sport te zien als een gezonde manier om met emoties en moeilijke situaties om te gaan, zodat ik negatieve gevoelens kan omzetten naar iets positief. Dat werkt niet altijd, op moeilijke momenten heb ik nog steeds de drang om mijzelf te snijden.
Na mezelf anderhalf jaar lang te isoleren als tiener, ben ik zelf naar een psycholoog gestapt om te praten over mijn problemen. Ik voelde dat er iets moest veranderen. Ook mijn mama was op de hoogte van de situatie. Omdat ik al heel lang een hond wou, heb ik van haar een hond gekregen. In de hoop dat ik hierdoor terug zin in het leven zou krijgen en uit mijn isolement zou komen. Mila heeft me toen enorm hard geholpen, ook vandaag houdt ze me nog steeds overeind, ik ben mijn mama enorm dankbaar voor haar.
Emotionele breekpunten
Wat gebeurt er wanneer ik mezelf verlies in een emotie en de controle wil teruggrijpen door mezelf te snijden? Bij een emotioneel breekpunt, zoals een gebroken hart, een slechte dag op school/werk of een ruzie, kan ik niet anders dan mezelf snijden. Ik voel me op zo’n moment alleen en wil de emotionele pijn kwijt. Ik ben dan zodanig emotioneel en wil dat gevoel loslaten, mezelf snijden biedt de gemakkelijkste uitweg. De fysieke pijn neemt de emotie weg en verdooft me tijdelijk. Die manier om om te gaan met emoties is ondertussen een gewoonte geworden. In mijn tienerjaren was het snijden gekoppeld aan mijn emotionele staat en welzijn, ik zonderde mezelf af en had negatieve gedachten. Ik probeerde op die manier ook controle te krijgen. Ik probeer dat nu te counteren door te sporten of met mijn hond te wandelen. Af en toe steekt die gewoonte toch de kop op en blijf ik het moeilijk hebben om niet opnieuw te beginnen met mijzelf te snijden.
Omgaan met emoties na de zelfmutilatie
Vandaag probeer ik te focussen op de positieve dingen, op alles wat ik al heb overkomen en bereikt, zoals mijn job die ik nu heb. Ik wou al sinds het middelbaar bij de politie werken, en ik ben trots dat dit mij ook is gelukt. Wat me ergert, is dat mensen vaak denken dat ze niks negatief tegen mij kunnen zeggen, uit angst dat ik mezelf opnieuw ga snijden. Ik kan dat wel aan, ik ben sterker en wil niet behandeld worden als een breekbaar mens. Medelijden en een voorzichtige aanpak helpen mij niet, ik wil niet anders behandeld worden.
Op moeilijke momenten wil ik vooral met rust gelaten worden, zodat ik alles op een rijtje kan zetten. Nadien ga ik wel naar mensen toe als ik ermee wil praten. Samen een film kijken of gewoon samen ‘zijn’ helpt mij ook enorm. Praten komt erna wel, als ik er nood aan heb. Medelijden is - zoals ik al zei - een no-go.
Elke dag een strijd
Ik heb de controle over mijn emoties nodig, en kon die controle enkel krijgen en behouden wanneer ik mezelf sneed. Dat is een moeilijke gewoonte om af te leren, en ik weet ook niet of ik ooit ga kunnen functioneren zonder die controle. Mijzelf snijden is een verslaving geweest, ik moet nog steeds dagelijks hiertegen vechten zodat ik niet de “gemakkelijke” weg kies bij moeilijke momenten. Ik ga niet meer naar een psycholoog, omdat ik hier geen nood meer aan heb. Ik weet wat ik doe, wanneer en waarom. Ik weet ook wat er op zo’n momenten in mijn hoofd omgaat en wat ik kan doen om niet terug in die slechte gewoonte te hervallen.
Mijn grootste lessen
Als je jezelf minder aantrekt van wat anderen denken, kan je gemakkelijker zaken die zwaar voelen, loslaten. Met mensen in je omgeving praten helpt ook enorm. Praten om de schaamte los te laten en praten om het stigma te doorbreken. Door erover te praten, kunnen we hier samen door komen. Vaak wordt er pas gepraat en actie ondernomen wanneer het te laat of onomkeerbaar is. Daarom vind ik het zo belangrijk dat mijn verhaal gedeeld wordt. Vroeger zou ik dit nooit gedaan hebben, maar het mooie is dat ik het mentaal moeilijk heb gehad en vandaag nog struggle, en desondanks toch mijn dromen kan waarmaken.
Iets of iemand om voor te zorgen helpt ook enorm; ik moet uit bed, ik moet gaan wandelen en ik moet naar de winkel. Daardoor heb ik ook veel contact met mensen. Op straat worden we eens aangesproken en ook op de hondenschool heb ik veel nieuwe mensen leren kennen. Dat is echt een grote hulp voor mij en zorgt ervoor dat ik het niet ‘laat hangen’. Ik moet vooruit en ik moet doorgaan.
Ik deel mijn verhaal nu op deze manier, zodat iedereen het weet. Ik wil dit delen omdat ik het ‘heb overleefd’ en ermee kan omgaan. Wanneer je op een dieptepunt zit, denk je dat je nooit meer gelukkig kunt worden. Ik wil aan mensen laten zien dat dit wel kan. Hoe ongelukkig je op dit moment ook bent, het wordt echt beter. Ik hoop dan ook om anderen hiermee kan helpen in het zoeken van hulp. Als ik hier één persoon mee kan helpen en kan motiveren om te praten en hulp te zoeken, is mijn doel bereikt.
Tekst: Inez Asaert
تعليقات