· Ine
· Prille dertiger
· Bewonderaar van de zonsondergang en liefhebber van de vogels die fluiten
· Geniet ongelooflijk van het leven dat ze deelt met haar vriend, hun hond en drie paarden
· Is druk bezig om van haar passie haar beroep te maken
Hallo perfectionisme!
Al heel lang ben ik het gewend van niet bij de groep te passen. Als je als kind voorstaat op je leeftijdsgenoten kan je al wel eens als een betweter overkomen, met pesterijen tot gevolg. Die periode zorgde er helaas voor dat mijn zelfvertrouwen onder nul zakte. En zonder zelfvertrouwen loop je al snel tegen een muur. Hard. Ik was heel erg perfectionistisch, dat zit denk ik in mijn natuur. Ik wou alles goed doen en overal de beste in zijn, maar langs de andere kant geloofde ik totaal niet in mezelf. De perfecte combinatie om mezelf op te zetten tot falen: perfectionisme en een laag zelfvertrouwen. Vanaf mijn vijftiende zat ik regelmatig bij een psycholoog. Ik was heel ongelukkig, maar in mijn eigen hoofd mocht ik dat niet zijn. Ik had een goede vriend, leuke ouders, toffe vrienden, … Geen enkele reden om ongelukkig te zijn, vond ik. Maar toch was ik het.
Na jaren de sofa bij de psycholoog te hebben versleten, merkte ik daar toch niet echt het gewenste resultaat van. Tijdens mijn studie diergeneeskunde staken mijn faalangst en perfectionisme nog meer de kop op waardoor mijn al onbestaande zelfvertrouwen een ongekend dieptepunt bereikte. Door een gebrek aan geloof in mezelf stopte ik met mijn studie en begon ik aan een nieuwe: kinesitherapie. Vol goede moed dacht ik dat het dankzij deze nieuwe start wel beter zou gaan. Maar ook hier liep ik tegen dezelfde problemen aan en wel zodanig dat mijn lijf in flight modus ging. Mijn stressniveau bereikte een hoogtepunt en ik blokkeerde volledig, met enorme paniekaanvallen tot gevolg. Mijn lijf probeerde me te vertellen wat mijn hoofd nog niet wilde toegeven. En dan hoor je de woorden van je psychologe: “Ik raad je aan te stoppen met studeren en te beginnen met medicatie. Ik kan je anders gewoon niet meer helpen.”
De diagnose
Ik ben al zolang ik me kan herinneren angstig aangelegd en ontwikkelde de drang om altijd zelf de controle te houden. Ik durfde de tram niet meer nemen, niet meer in de auto te zitten bij iemand anders, met het vliegtuig op reis te gaan, … en besefte dat dat niet normaal was. Ik was ook constant ongelukkig, terwijl ik wel veel leuke dingen deed. Ik wou huilen om niets, had nergens zin in en vond van mezelf dat ik een mislukkeling was. Die problemen met mijn zelfbeeld zijn er altijd wel geweest en mezelf goed genoeg vinden was mij onbekend, maar dit was een ongekend dieptepunt.
Ik had achteraf gezien wat ze een gegeneraliseerde angststoornis noemen. Van alles werd ik bang en het minste bezorgde mij stress, met als resultaat paniekaanvallen waarbij ik op de grond belandde omdat mijn lijf niet meer mee wou en volledig blokkeerde. Ik ben toen begonnen met antidepressiva, ook al voelde ik me niet per definitie depressief. Dit gaf mij terug ruimte in mijn hoofd.
Dat was de periode dat ik voor mezelf dingen ben beginnen uitzoeken. Ik wist wel dat ik iets in de richting van kinesitherapie wou doen, omdat ik al sinds mijn elfde chronische rugpijn had. Maar nooit had iemand mijn lichamelijke pijn gelinkt aan mijn mentale gezondheid. Al vanaf jonge leeftijd ging ik regelmatig langs een osteopaat om mezelf te laten losmaken, maar pas als volwassene drong bij mij het besef door dat mijn pijn altijd opkomt bij momenten van stress.
Persoonlijke inzichten toepassen in de praktijk
Dat besef heeft mij gebracht tot waar ik nu ben. Ik heb mijn passie gevolgd en een studie tot fysiotherapeut gevolgd en start in september aan de master psychosomatische fysiotherapie. Ik zou het niemand willen toewensen om mee te maken wat ik heb doorgemaakt, maar het heeft me wel de nodige kennis en inzichten gebracht. Ik heb een enorme passie om mensen te helpen en heb het voordeel dat ik me deels kan plaatsen in wat anderen doormaken. Je kan iemand beter coachen als je begrijpt wat zij voelen. Je erkent op die manier niet alleen hun fysieke pijn, maar ook hun mentale.
Ik wil heel graag mensen die lichamelijke klachten ervaren door stress begeleiden om dit stress- en pijnniveau terug tot een normaal level te brengen. Ook hoop ik mensen met chronische aandoeningen te kunnen begeleiden om meer regie over hun eigen leven te hebben. Eén van mijn grote doelen die ik hoop te bereiken als therapeut, is om met jongeren in gesprek te gaan en samen tot inzicht te komen dat ons lichaam en onze geest een sterke relatie met elkaar hebben, waar balans een belangrijke rol in speelt. En dat het ook oké is om niet oké te zijn. Als ik zelf in mijn jeugd beter passende begeleiding had gehad, had ik misschien kunnen voorkomen dat mijn eigen situatie zo uit de hand is gelopen.
Resetten dankzij medicatie
Ik heb altijd de boot afgehouden als het aankwam op medicatie. Maar op een gegeven moment was ik zó op dat ik dacht ‘Ine, nu moet het. Anders kunnen ze je opnemen.’ Die antidepressiva hebben mij geholpen om de grote paniek uit mijn lijf te halen. Ik had de ene na de andere paniekaanval en kon niet meer functioneren. Het was mijn manier om even toe te geven aan mijn lichaam dat het zo niet verder kon.
Mijn mening over medicatie is wel uitgesproken. Ik zie helaas te vaak dat iemand iets voorgeschreven krijgt zonder voldoende geïnformeerd te zijn. Persoonlijk zie ik het als een laatste redmiddel. Ik heb enorm veel bijwerkingen ervaren tijdens het nemen van de medicatie en het heeft na het afbouwen nog zeker een jaar geduurd voordat ik me terug mezelf voelde. Als het nodig is om medicatie te nemen, dan ben ik dankbaar dat deze optie beschikbaar is. Ik hoop alleen dat we in de toekomst mensen sneller kunnen helpen waardoor medicatie voor minder mensen noodzakelijk wordt.
Van cognitieve gedragstherapie tot brainspotting en affirmaties
Na tien jaar sessies te hebben gevolgd bij de psycholoog, was ik eigenlijk geen stap verder. Ik kon daar ook heel goed doen alsof het eigenlijk wel goed ging met mij. Cognitieve gedragstherapie werkte bij mij niet. Rationeel kon ik mijn gedachten plaatsen, maar mijn gevoelens daarbij kreeg ik niet onder controle. De antidepressiva die ik nam hielpen om mijn lijf tot rust te brengen, waardoor mijn hoofd weer ruimte had om te helen. In die periode ben ik in contact gekomen met ‘brainspotting’, een therapie waarbij je je onderbewustzijn gaat aanspreken. Je wil de betekenis die gekoppeld is aan bepaalde trauma’s gaan resetten. Deze vorm van therapie heeft mij enorm geholpen. Het is hard werken en je krijgt huiswerk mee waarbij je leert op zoek te gaan naar de veilige haven in je hoofd. Uiteindelijk moet je bereid zijn om door je trauma heen te gaan, terwijl je eerste reactie zou zijn om daarvan weg te vluchten. Voor mij was dat heel effectief en zo heb ik de kans gekregen om een groot deel van mijn donkere gedachten te verwerken.
Tegenwoordig heb ik het minder vaak moeilijk, maar het blijft deel van mijn leven. Als ik het moeilijk heb, ga ik me vaak concentreren op mijn ademhaling al dan niet gecombineerd met affirmaties. Dit helpt vooral goed als ik heel veel aan mijn hoofd heb. Ook sporten en lichamelijk bezig zijn helpt mij heel erg om de mentale en lichamelijke spanning om te zetten in energie en vervolgens rust.
Levenslessen
Vroeger zou ik teveel aan mezelf getwijfeld hebben om andere mensen te begeleiden. Maar nu besef ik welke kennis en vaardigheden ik meeneem en dat ik daar mensen echt mee kan helpen. Natuurlijk blijft die zelftwijfel regelmatig terugkomen en zal ik waarschijnlijk altijd streng voor mezelf blijven, maar zeker als je in de gezondheidszorg werkt is het wel goed om een beetje kritisch te zijn voor jezelf. Zolang het maar gezonde proporties blijft aannemen.
Elk mens is mooi zoals hij of zij is en ik hoop dat iedereen dat mag ervaren. Ik besef meer en meer dat jezelf vergelijken met anderen totaal geen zin heeft. Zelf heb ik dat altijd gedaan en soms durf ik me daar nog schuldig aan te maken, zoals afgelopen jaar met mijn stagebegeleiders. Maar rationeel gezien houdt dat helemaal geen steek, want waarom zou ik mezelf vergelijken met iemand die vijftien jaar meer ervaring heeft dan ik? Waarom zou ik mezelf verplichten nu al aan die standaarden te voldoen? Nu kan ik dat rationaliseren, maar vroeger niet. Ik zou willen dat we allemaal tegen onszelf zouden kunnen zeggen: ‘Alles wat jij bent, mag er zijn’.
Mijn passie is om hier mijn werk van te maken. Ik zie als therapeut teveel mensen die te lang op hun tandvlees lopen totdat de bom barst. Mensen krijgen zware klachten en het duurt vaak lang om te herstellen. Als het taboe rond mentale gezondheid er niet zou zijn en iedereen er open over zou kunnen praten, dan denk ik dat we allemaal een pak gezonder zouden zijn, zowel mentaal als fysiek.
Comments